Kempo., of ook wel Kenpo, is de verzamelnaam van een verscheidenheid aan vechtkunstvormen die hun oorsprong vinden in China. De naamgeving die in China werd gebruikt is Ch’uan Fa. Het woord Kempo is daarvan de Japanse vertaling. Chinese vormen van Ch’uan Fa hebben namelijk in vroeger tijd een duidelijk stempel gedrukt op Japanse inheemse vechtkunstvormen, met name die van het eiland Okinawa. Elementen daarvan zijn nog steeds terug te vinden in de vele vormen van het huidige Japanse karate.
De vraag van velen, waarom Kempo zowel met de letter ‘M’ als met de letter ‘N’ wordt geschreven, blijkt niet meer dan een taalkundige opvatting. In de Japanse taal wordt de letter ‘N’ geplaatst voorafgaande aan de letter ‘P’ uitgesproken als met de klank van de letter ‘M’. Kenpo is dan de correcte schrijfwijze, maar Kempo lijkt in Nederland het meest ingeburgerd te zijn.
Kempo in Nederland
De introductie van het Kempo in Nederland vond begin jaren zestig plaats. Het Kempo vond vooral via Indonesie (ook via Japan en de Verenigde Staten) zijn weg naar Nederland. Het Kempo werd met name door KNIL-militairen vanuit Indonesie naar Nederland meegenomen. In deze tak zijn er invloeden van het Indonesische Pentjak Silat in het Kempo te vinden. Op zijn beurt heeft het Kempo weer een stempel op het Pentjak Silat gedrukt. Deze vechtkunst is bekend geworden onder de naam Shaolin Kempo. Deze naam is eigenlijk taalkundig foutief, omdat deze uit het Chinese woord ‘Shaolin’ en uit het Japanse woord ‘Kempo’ is opgebouwd. Het Chinese woord voor Kempo is ‘Ch’uan Fa’, in het Chinees is het dus: ‘Shaolin Ch’uan Fa’. In het Japans wordt het karakter voor Shaolin als ‘Shorinji’ uitgesproken, correct Japans zou dus ‘Shorinji Kempo’ zijn. Gerard Karel Meijers en Carl Faulhaber worden gezien als de grondleggers van het Shaolin Kempo.
Carl Faulhaber (1923-1974) beoefende Kuntao, een vechtkunst van Chinese emigranten die werd beoefend in Indonesie en Malaysie en met inheemse vechtkunsten (o.a. Pencak Silat) is verweven. Gerard Meijers (1928-) bezat kennis van het Kyokoshin-Karate en het Jiu Jitsu.
Meijers leerde het Kuntao van Faulhaber in Nederland. Hij bundelde zijn kennis van de verschillende vechtkunsten (Kyokoshin-Karate, Jiu Jitsu en Kuntao), standaardiseerde het en ontwikkelde het verder tot het Shaolin Kempo. Meijers koos de Japanse taal voor het Shaolin Kempo. Hij deed dit omdat Japans in die tijd (en nu nog steeds) de gangbare taal was in de meeste oosterse vechtkunsten. Met het begrip ‘Kempo’ duidde Meijers op de Chinese oorsprong. Het begrip ‘Shaolin’ zou Meijers gebruikt hebben om een verband te leggen met de traditionele technieken van de Chinese Shaolin Monniken.
Shaolin Kempo is de meest gebruikte en algemene benaming voor deze vechtkunsten. Daarnaast worden toevoegingen gebruikt om meer specifieke vormen aan te duiden, bijvoorbeeld: Shaolin Kempo Hsinshih. De systemen die via de Verenigde Staten ons land bereikten gebruiken doorgaans de naam American Kenpo. Vrijwel alle Kempostijlen of systemen kennen zowel ongewapende als gewapende componenten in hun beoefening.
De diverse vormen van Kempo varieren van traditioneel tot meer toegelegd op het ‘vrije gevecht’ of ontwikkelden zich in hoge mate tot een systeem dat in de huidige tijd effectieve ‘zelfbescherming’ mogelijk maakt.
Organisatie in Nederland
Het Kempo in Nederland is sinds 1985 georganiseerd in de paraplu organisatie Kempo Associatie Nederland (K.A.N.). De K.A.N. heeft momenteel het grootste deel van het Kempo onder haar vleugels. De K.A.N. bestaat uit vier lidbonden, te weten: de Shaolin Kempo Bond, Shaolin Kempo Hsinshih, Kempo Kuntao Nederland en Oranda Ryu. De K.A.N. is een van de acht lidbonden van de Federatie Oosterse Gevechtskunsten (F.O.G.) en daardoor rijkserkend door het N.O.C./N.S.F. Tevens is de K.A.N. aangesloten bij de International Kempo Federation (I.K.F.).